//
you're reading...
Politics

DE VERVLOEIING TUSSEN BURGER EN POLITIEK

Regelmatig steekt de vaststelling de kop op, zowel in de populaire media, als ook in de politieke wetenschapsliteratuur, dat er een verontrustende kloof zou heersen tussen burger en politiek. Meestal worden dan moderniteiten als bevestigingen van dit idee erbij gehaald zoals de zwevende kiezer, een kennelijk escalerende ontevredenheid in de samenleving (de “veenbrand”), een vermeend democratisch tekort (bij gebreke aan een referendum, de gekozen burgemeester of minister-president), een politiek Den Haag dat in een Ivoren Toren zou huizen, dan wel meer of minder regentesk optreedt. Ook  worden er anachronismen bij gehaald zoals de invloed van de koningin bij de formatie.

Wie echter enigszins de moeite neemt om van enige afstand de Nederlandse politiek te aanschouwen, kan zich met recht afvragen of dit wel de realiteit is. Is er werkelijk een kloof tussen politiek en burger? Sterker nog: men kan zich afvragen of er niet juist een tekort is aan (heilzame) distantie tussen enerzijds de bevolking en anderzijds de volksvertegenwoordiging. Hoe kan de verwarring zo groot zijn geworden dat de realiteit precies het tegenovergestelde is van die voorstelling van zaken, die meestal opgang doet?

Een eerste oorzaak lijkt gelegen in een verkeerd begrip van de notie van democratie. Velen lijken te menen dat dit mag betekenen, dat het hele volk de koers van de samenleving tot in de details kan meebepalen. Democratie als micromanagement. Dit is echter niet alleen een onhaalbare, maar ook een gevaarlijke misconceptie. Het staat haaks op een ander zeer belangrijk onderscheid, dat wij, niet zonder reden, hebben gemaakt rondom het stemrecht. Dat van het verschil tussen het actieve stemrecht, het recht om je stem uit te brengen, enerzijds en het passieve stemrecht anderzijds, het recht om je verkiesbaar op te stellen en beleid te bepalen.

Niemand zal ontkennen dat iedereen in principe in gelijke mate het actieve stemrecht dient te hebben, dat is tenslotte essentieel voor een rechtsstaat. (Ook al heeft de wetgever zelfs hiervoor uitzonderingen gemaakt door bij strafrechtelijk vonnis iemand het stemrecht te kunnen ontnemen). Iets anders is daarentegen of iedereen in gelijke mate het passieve stemrecht dient te hebben. Wie het vak van volksvertegenwoordiging serieus neemt en accepteert dat in deze geëvolueerde samenleving belangenafwegingen erg complex zijn geworden, kan niet anders dan erkennen dat ook dit vak een waar ambacht is. Waarin diegene die zich verkiesbaar stelt, moet kunnen aantonen dat hij daarvoor de capaciteiten in huis heeft. Van oudsher vond dit proces van selectie plaats binnen politieke partijen. Deze partijen hebben door de jaren heen een gedegen organisatiegraad opgebouwd, waardoor gaandeweg alleen de meer capabele mensen de grootste kans hadden boven te komen drijven als potentiële volksvertegenwoordiger. Het is aan dit selectieproces dat we staatslieden met internationale allure te danken hebben zoals een Willem Drees of Ruud Lubbers.

Wie de politieke leidsfiguren tegenwoordig op de media ziet verschijnen, constateert echter dat zowel bij traditionele partijen als bij de nieuwere partijen dit organische proces op zijn minst ernstig onder druk is komen te staan. Denk aan het met veel mediaheisa gepaard gegane vertrek van Wilders en Verdonk bij de VVD, de krappe zege van Rutte nadien. Niet toevallig is de openbare lijsttrekkerverkiezing door de leden, een precedent binnen de VVD, bekritiseerd door oudgediende conservatief en erelid Wiegel (dezelfde die het referendum de nekslag toebracht). Ook komt voor dat dit wegingsproces schromelijk afwezig is: gedacht kan worden aan het ondemocratisch aangestuurde PVV van de zelfbenoemde autocraat Wilders, die bijna heeft geleid tot kandidaten met een verleden van betrokkenheid bij een buitenlandse veiligheidsdienst, veroordeling wegens verboden wapenbezit, brievenbus-urinelozers en ander verkeerd allooi.

Het is duidelijk dat de massamedia hier een belangrijke rol in speelt en dan met name de televisiemedia. Sinds begin negentiger jaren afscheid is genomen van het publieke televisiestelsel is de manier van politiek bedrijven in Nederland in rap tempo “gedemocratiseerd” en dan wel in eerdergenoemde verkeerde zin. En dat is dat men onder democratie is komen te verstaan dat we met zijn 16 miljoenen de Tweede Kamer horen te zijn. En zo krijgen we in verkiezingstijd onze premier te zien, zich al verbijtend tegenover de “nationale ach en wee – klager” Jan Mulder, die hem bejammert met een welhaast ad random opgelepelde kritiek in de vorm van een “ergernissen top 5” met een flinterdunne nagenoeg afwezige onderbouwing. Terwijl  elke burger die het beste voorheeft met een duurzaam harmonieuze Nederlandse samenleving zich de vraag zou moeten stellen: waarom zou onze minister-president zich toch in Godsnaam hieraan moeten blootstellen? Welke krachten in de samenleving maken, dat hij zich voor dit soort ledigheid leent? En dan komen we tot de schrikbarende conclusie, dat het eender krachten zijn, die maken dat deze minister-president zich er ook voor heeft geleend om in een vorige verkiezingsstrijd in het roddelprogramma RTL Boulevard op televisie te verschijnen. En dat alles waarschijnlijk onder het mom, dat hij hard bezig is om die vermaledijde kloof tussen burger en politiek te overbruggen, om hoegenaamd “dichter bij het volk te staan”. En om “minder regentesk te lijken”, zo horen we zijn spindoctor de Vries Balkenende souffleren. Dit terwijl de werkelijkheid gebiedt te zeggen, dat hij door daar te verschijnen nu juist in een innige verstrengeling terechtkomt met diezelfde burger, waar uiteindelijk alleen maar een gedrocht uit geboren kan worden: namelijk de vervloeiing van het politieke ambacht, dat een grote verantwoordelijkheid met zich meebrengt, met de irrationaliteit van de massa’s, die hem niet dichter zal brengen tot het dragen van die verantwoordelijkheid, integendeel: eerder zal afleiden!

Onze democratie is namelijk niet zomaar  gebaseerd op het principe van de volksvertegenwoordiging. We voelen allemaal intuïtief aan dat er niets van komt als we de Tweede Kamer tot 16 miljoen zetels uitbreiden, niet? Het principe van onze rechtsstaat is er juist in gelegen, dat er concurrerende ideeën door verschillende politieke bewegingen op papier worden gezet in een verkiezingsprogramma en dat via een bloedserieuze verkiezingsstrijd van het mekaar proberen te overtuigen op basis van goed onderbouwde argumenten de burger afdoende wordt geïnformeerd, opdat hij een keuze maakt, die onze volksvertegenwoordiging in staat stelt om in gezamenlijke vergadering de dagelijkse problemen in onze samenleving zo effectief mogelijk aan te pakken. De oplossing van onze maatschappelijke problemen ligt in dit abstracte proces van redenatie, onderzoek en analyse, debat, en niet in het te pas en te onpas verschijnen in de media en voor de camera slaafs te voldoen aan wat programmamakers van de politieke leiders vragen. En dit laatste zeker niet wanneer het opkrikken van kijkcijfers opkrikken het belangrijkste doel is.

Wie de opeenvolgende verkiezingen van de afgelopen decennia van dichtbij heeft meegemaakt, zeker in het post-Fortuyn tijdperk, kan zich nochtans niet aan de indruk onttrekken, dat dit voor het welzijn van de samenleving cruciale politieke besluitvormingsproces, steeds meer scheuren begint te vertonen onder druk van die massamedia. Met als gevolg dat politieke leidsfiguren steeds meer ten prooi vallen aan popi-jopi-gedrag, jip-en-janneke-taal, entertainment en wat dies meer zij aan voor volksvertegenwoordigers volstrekt onbeduidende en vaak zelfs ook schadelijke acties. Om te beginnen met betrekking tot het broodnodige vertrouwen in de politicus en de politiek om onze maatschappelijke problemen het hoofd te kunnen bieden en oplossingen te bedenken.

Van die onwelkome en schadelijke afleiding van diens belangrijkste verantwoordelijkheid kan wellicht het aansprekende voorbeeld gegeven worden van de loslippige politicus bij de zoveelste entertainmentshow die weer enorm veel tijd, kracht en energie de dagen, weken en soms zelfs maanden daarop kosten van tallozen in zijn politieke entourage om die loslippigheid dan weer te corrigeren.  Alle kamerleden geven hoog op over het belang dat ze hechten aan het “in het land zijn”, maar de vraag is of ze dat allemaal tegelijk zo vaak moeten doen. De vraag is of ons land niet veel meer gebaat is bij de studieuze kamerleden die vooral wetenschappers ontmoeten met elk een andere blik op onze problematiek en zo op een abstracter niveau zoeken naar oplossingen voor onze maatschappelijke problemen, in plaats van de chaos aan de basis op te zoeken.

Daarbij is er het parallelle verlies van kwaliteit aan de journalistieke kant, dat meer nuttige zaken aan de kaak had kunnen stellen in dit land. Dit alles wijst er steeds meer op dat deze politieke leidsfiguren kennelijk verleid worden door een bij de media bestaande ziekelijke commerciële zucht naar kijkcijfers en winstmaximalisering ten koste van alles, waardoor beide partijen zowel hun politieke als hun journalistieke ziel aan de marktduivel lijken te verkopen. Dit inmiddels ten koste van wat we in honderden jaren aan stabiliteit in onze democratische rechtsstaat hebben opgebouwd. De volatiliteit van de kiezer is niet toevallig vooral ontstaan sinds eind jaren negentig. En dat de kiezer niet weet waar hij op moet stemmen is een veeg teken aan de wand, dat wijst op een volk dat in toenemende mate politiek ontredderd raakt en heimwee aan het opbouwen is, aan tijden van een stabielere (politieke) identiteit.

De media drukken zo de politiek en de burger voortdurend dichter op elkaar, waardoor we een parlement hebben gekregen die steeds meer de hijgerigheid is gaan vertonen van DWDD. Geregeld klinkt de waarschuwing dat de Tweede Kamer aan het “waan van de dag” – syndroom is gaan lijden. Waak u voor de dag dat de beste politici in het land collectief aan kortzichtigheid lijden! De oorzaak hiervoor ligt in een toenemende vervloeiing van de politiek met de massa. In plaats van een kloof tussen de burger enerzijds en de politiek anderzijds is er juist een tekort aan gezonde distantie, in plaats van een teveel. Een schadelijke vervloeiing want als gevolg hiervan vertoont de Nederlandse politiek zelf ook steeds meer de ongerichtheid, chaos en irrationaliteit die inherent is aan de concrete massa van individuen. Het is in dit licht, dat het geen toeval is, dat talloze abstracte waarden, die we met veel moeite en opoffering door de eeuwen heen gestalte hebben gegeven, via een nuttige ideeënstrijd, nu plotseling aan erosie onderhevig lijken te zijn. Te denken valt aan waarden als de onafhankelijkheid van de rechter, het ne bis in idem – beginsel, het habeas corpus – beginsel, de tolerantie naar migranten toe, de onderwijsvrijheid, om maar enkele recente voorbeelden te noemen. Het is in dit licht ook prima te begrijpen dat een inherent dictatoriale en volstrekt paranoïd-psychotische partij als de PVV zonder omhaal salonfähig in de armen wordt gesloten door een tot nu toe als sociaalliberaal bekend staande voorman van de VVD, Rutte. De verwarring wordt tenslotte almaar integraler en diepgaander tot de samenleving als geheel eraan onder doorgaat.

De geschiedenis van de jaren dertig in de 20e eeuw, ja daar zijn ze weer, leert ons tenslotte, dat wat eeuwen heeft gekost om op te bouwen, in een verbijsterend snel tempo kan worden afgebroken. Het wordt dan ook hoog tijd voor een intensief proces van introspectie in politiek Den Haag, voordat ons bestel implodeert, a la de Weimarrepubliek. De kloof tussen burger en politiek kan beter nú, nu er nog een rechtsstaat is, hernieuwd vorm worden gegeven, dan dat hij straks nieuw leven zal worden ingeblazen door een nieuwe Hitler. De roep om een sterke leider is tenslotte niets minder dan de onderbewuste schreeuw van het volk dat óók zij lijdt onder genoemde vervloeiing.

Discussion

4 thoughts on “DE VERVLOEIING TUSSEN BURGER EN POLITIEK

  1. democratie = volk regeert
    nu regeert het kapitaal = plutocratie
    Waar draagt dit artikel bij aan dit dilemma?

    Succes, Ben

    Posted by Ben | June 7, 2010, 12:56 pm
  2. Leesvoer op dit gebied – klassiekers

    Edward Bernays – Propaganda (1928)

    Opmerking i.v.m. met jouw idee: Bernays was de grondlegger van de moderne pr-industrie. Goebbels werd door hem geïnspireerd. Zijn leer geldt nog steeds, misschien wel meer dan ooit, en Nederland heeft dat (inmiddels) van de VS overgenomen.

    “The engineering of consent the very essence of the democratic proces, the freedom to persuade and suggest… The conscious and intelligent manipulation of the organized habits and opinions of the masses is an important element in democratic society. Those who manipulate this unseen mechanism of society constitute an invisible government which is the true ruling power of our country.”

    De “engineering of consent” is dus “de essentie van de democartie”. Vreemd genoeg (want ik heb ook begrepen dat je het eigenlijk niet zo bedoelt) bepleiten Bernay’s en jij hetzelfde: er moet een elite komen komen die “op een abstracter niveau zoeken naar oplossingen voor onze maatschappelijke problemen”.

    http://www.historyisaweapon.com/defcon1/bernprop.html

    Walter Lippmann – Public Opinion (1922)

    “public opinions must be organized for the press if they are to be sound, not by the press… Without some form of censorschip, propaganda in the strict sense of the word is impossible. In order to conduct propaganda there must be some barrier between the public and the event. Access to the real environment must be limited, before anyone can create a pseudo-environment that he thinks is wise or desirable.’ Immers: ‘How small our proportion of direct observations is when compared to those observation that are conveyed to us through the media.” Om nu te voorkomen dat de massa, in de woorden van Lippmann, “a bewildered herd” op hol slaat, moeten de beelden die de massa krijgt toegediend streng geselecteerd worden, zodat de juiste opvattingen ontstaan, omdat “the real environment is altogether too big, too complex, and too fleeting for direct acquaintance.” De massamens “is not equipped to deal with so much subtlelety, so much variety, so many permutations and combinations. And although we have to act in that environment, we have to reconstruct it on a simpler model before we van manage with it.”

    Hele boek: http://xroads.virginia.edu/~Hyper2/CDFinal/Lippman/cover.html

    Noam Chomsky (ik meen ‘Manufacturing Consent’ maar kan ook ‘Deterring Democracy’ zijn)
    http://www.thirdworldtraveler.com/Herman%20/Manufac_Consent_Prop_Model.html

    Volgens de Amerikaanse linguïst Noam Chomsky verlopen in een democratie zelfs de “emotionele debatten” binnen van tevoren duidelijk afgebakende parameters. Het ‘democratisch proces’ wordt tegenwoordig doorgeschoven naar de media, zodat er een discussie ontstaat over een zaak waar mensen voor of tegen kunnen zijn. En hoe emotioneler het debat is, hoe beter, want emoties creëren een werkelijkheid, en die werkelijkheid legitimeert onpopulaire ingrepen.

    Theoloog en politicoloog Reinhold Niebuhr stelde dat “de koele waarnemers” de “domheid van de gewone mens” moeten onderkennen, en zorgen voor de “noodzakelijke illusies” en “emotioneel krachtige oversimplificaties“, zodat de onnozelen der aarde op het rechte pad blijven.

    John Pilger: The Invisible Government
    http://www.zcommunications.org/the-invisible-government-by-john-pilger

    Posted by Sonja | June 11, 2010, 8:14 am
  3. Ik vind niet dat je ‘de media’ als hoofd/eerste schuldige kunt aanwijzen, waar je je betoog mee begint, want het zijn slechts loopjongens en broodschrijvers. Voor de werkelijke macht stellen zij de belangen veilig van de industrie, en voor de politiek beschermen zij de rijke minderheid tegen de meerderheid. Natuurlijk door propaganda te schrijven en het te verpakken in nieuws. Media-hypes, en bijv. optredens van politici in showprogramma’s, dienen het idee dat er een publiek debat zou bestaan over heikele items en beleid. Dat bestaat er ook wel, alleen wordt dezemiddels de media aangestuurd, en zal het debat nooit de van tevoren opgestelde parameters overschrijden. En zo’n debat sluit “redenatie, onderzoek en analyse” totaal uit.

    “en zo op een abstracter niveau zoeken naar oplossingen voor onze maatschappelijke problemen, in plaats van de chaos aan de basis op te zoeken.”

    Helemaal mee eens. Dat “op een abstracter niveau” mag je er wel uitlaten vind ik. De problemen moeten gewoon worden aangepakt, punt uit. Nu worden alleen de problemen aangepakt die financieel lucratief zijn. Kijk bijvoorbeeld naar “schonere” energiezuiniger auto’s. Die kennis had men in de jaren tachtig al, maar het kostte teveel geld en zou niet leiden tot substantiele winsten voor de auto-industrie.

    Het betekent vooraleerst dat politici de belangen van wie ze officieel vertegenwoordigen moeten behartigen, en niet degenen die aan hun touwtjes trekken, noch het partijbelang (stemmen winnen, meer macht, etc.). Het enige wat daar mijns inziens op dit moment aan kan bijdragen is ontmaskering van belangen en transparantie, ook een belangrijk onderdeel van het begrip democratie. Het mag bijvoorbeeld niet de taak van journalisten zijn om uit te zoeken wie en wat de PVV financiert. De overheid moet daar inzicht in geven, want we hebben er immers recht op welke belangen van welke personen en lobbies Geert Wilders indirect een stem gaat geven in ons parlement. Wat dat betreft is men in de VS veel democratischer, wat betreft openheid van zaken eisen.

    Al met al vind ik ‘meer distantie’ de zaak juist verergeren. Politici opereren al lang genoeg in het donker, ze wanen zich veilig in het donker, in de zogenoemde ‘achterafkamertjes’. Echte democratie vereist openheid van zaken, dus lijkt me dat we daar maar eens mee moeten beginnen.

    De massa en de politiek “vervloeiien” helemaal niet, dat is een groot misverstand, een beeld dat wordt opgeroepen door programma’s als DWDD. Je noemt Jan Mulder, maar je vergeet dat hij een miljonair is die wel uitkijkt om de politiek werkelijk tegen de haren in te strijken: het is allemaal spielerij en suugestie. Jan Mulder moet je zien als een januskop, die zich enerzijds op televisie (en alleen daar) opwindt over ‘misstanden’, maar aan de andere kant ongetwijfeld belegt in bedrijven die moord en doodslag in Afrika continueren of bedrijven die kinderen als werknemers heeft. Anders zou hij geen miljonair zijn, begrijp je?

    Ik vind ook dat je er teveel de “inherent dictatoriale en volstrekt paranoïd-psychotische partij” PVV eruit pikt. De PVV is op de keper beschouwd niet veel anders als de andere partijen. Alleen in de ‘vorm’ is de PVV anders, en dat mag je natuurlijk wel abject racistisch (d.w.z. anti-moslim = joodse lobby + anti-Iran lobby) noemen. Maar ik kan je ook voorbeelden geven waarin andere partijen in wezen net zo racistisch zijn. Racisme is niet dat iemand een keer “kut-Marokkaan” roept. Racisme is een eeuwenlang ingebakken euvel, dat met name gestalte kreeg tijdens (het legitimeren van) de slavernij en kolonialisme. Zodra de PVV in een regeringscoalitie zit zal het niet anders doen als de andere partijen, links of rechts. Maar inderdaad, zodra de PVV de grootste partij wordt is een situatie als die in de Weimar Republiek denkbaar. Dan zullen we eerst een ‘Berlusconi-situatie’ krijgen, waarin de weg vrijgemaakt wordt voor een dictatuur. In Italië is het vooralsnog zover niet gekomen omdat ze daar een strijdbare oppositie hebben. Maar die hebben we in Nederland niet.

    Simpelweg niet omdat onze zogeheten volksvertegenwoordigers andere zaken belangrijker vinden dan hun kiezers te vertegenwoordigen.

    Posted by Sonja | June 11, 2010, 8:16 am
  4. Honderden jaren stabiliteit? Uw kent uw geschiedenis niet. Lees bijvoorbeeld eens Jonathan Israel: The Dutch Republic.

    Posted by Johan Sterk | June 27, 2010, 7:57 pm

Leave a comment

Archives